Heb je een hospitalisatieverzekering bij je werkgever of via de werkgever van je partner? Dan ben je vandaag alvast goed beschermd. Maar wat gebeurt er wanneer die beroepsgebonden verzekering wegvalt, bijvoorbeeld op het moment van pensionering? Een zorg voor later? Niet echt.
De naoorlogse babyboom en de lage geboortecijfers van de afgelopen 50 jaar zorgen voor toenemende vergrijzing in België. Tegelijk krimpt de professioneel actieve bevolking, die nochtans de pensioenen én gezondheidszorgen financiert voor die ouderen. Een groeiend financieringsprobleem dreigt.
Een goede hospitalisatieverzekering is dus onontbeerlijk, maar daar stopt het niet.
Een hospitalisatieverzekering kan je zelf afsluiten, bijvoorbeeld via je mutualiteit of je eigen verzekeraar. Maar je kan ook – net als zo’n 4 miljoen andere Belgen – een hospitalisatieverzekering hebben via je werkgever of die van je partner.
Heb jij een beroepsgebonden hospitalisatieverzekering? Lees dan zeker verder.
Een beroepsgebonden verzekering is – in tegenstelling tot een individuele – opzegbaar én aanpasbaar. Dat wil zeggen dat je op ieder moment zonder verzekering kan vallen (bv. als je werkgever beslist die op te zeggen), of dat het kan voorkomen dat je plots niet meer gedekt bent voor bepaalde aandoeningen die voorheen wel gedekt waren.
Bovendien stopt een beroepsgebonden verzekering op het moment dat je met pensioen gaat. In dat geval kan je jouw contract wel individueel voortzetten met dezelfde dekking als je beroepsgebonden polis en zonder medische formaliteiten of extra uitsluitingen op basis van de medische toestand die de maatschappij ondertussen kent (mits een aantal voorwaarden vervuld zijn).
De gemiddelde premie van een beroepsgebonden verzekering bedraagt tussen de 15 en de 20 euro.
Op het moment van de pensionering, wanneer je als 65-jarige een individuele polis onderschrijft, schiet die premie meteen de hoogte in tot zo’n 85 à 100 euro!
Om die grote premiesprong bij pensionering te voorkomen, bieden verschillende verzekeraars de mogelijkheid om nu al een (kleine) bijkomende premie te betalen, om een sterke premiestijging te vermijden op het moment dat je je hospitalisatieverzekering individueel verderzet.
De voordelen van zulke plannen:
Stel dat je op 35 jaar al start met een dergelijk plan en op 65 jaar met pensioen gaat. Dan betaal je bij je pensionering, als je dus je beroepsgebonden verzekering verliest, slechts het tarief van een 35-jarige en niet dat van een 65-jarige. Hoe jonger je begint, hoe beter.
Sommige producten klikken ook de algemene voorwaarden van je huidige hospitalisatieverzekering levenslang vast. Dat wil zeggen dat zelfs als het verzekeringsaanbod in hospitalisatie in de toekomst zou afslanken - wat niet ondenkbaar is gezien de groeiende financieringsproblematiek – jij toch dezelfde waarborgen en voordelen blijft genieten.
Kosten die buiten de beroepsgebonden verzekering vallen, zijn bij bepaalde verzekeraars wel gedekt door een bijkomende waarborg. Aangezien beroepsgebonden verzekeringen vaak beperkte(re) dekkingen hebben, kunnen die verschillen hoog oplopen.